Vanavond hadden we tweemaal bezoek. Als eerste kwam Ariane Kop langs om het jaarverslag van de Lampegiet te presenteren en toe te lichten. Zoals altijd een bere-enthousiast betoog over de Lampegiet in het bijzonder en de cultuur in 't Veen in het algemeen. Van wat ik er van zie en hoor, hebben we aan haar een uitstekende theater-directeur.
Daarna kwamen er twee veteranen. En als we praten over veteranen dan hebben we het over oud-militairen die ooit voor het vaderland op vredesmissie in een ver land zijn gestuurd: Nederlands Indië, Nieuw Guinea, Libanon, etc. Voornamelijk mannenbroeders die ingezet zijn om ergens anders de vrede te bewaren, te bewaken of te stichten. Tenminste.. met dat doel zijn zij ooit op pad gestuurd. Nu kan je daar van alles van vinden. Goede zaak of slechte zaak. Was het uiteindelijk wel om de vrede te doen of was het een vorm van machtsmis- of gebruik. Doet er voor mij niet toe. Deze oud-militairen hebben hun leven geriskeerd omdat de politiek dat vond. De politiek beslist of ergens militairen worden ingezet en het zijn niet de militairen zelf die ergens naar toe gaan. In ieder geval niet nederlandse militairen die dat doen.
En blijkbaar wonen en leven er zo'n 400 voormalig wapenbroeders in Veenendaal. En daar is in feite niks voor geregeld. Niks vanuit Defensie, niks vanuit de landelijke politiek, die hen ooit op pad heeft gestuurd, niks lokaal.
Ik ben zelf nooit onder de wapenen geweest. Toen ik 18 was en gekeurd was, kreeg ik twee brieven. De eerste dat ik goedgekeurd was en de tweede meldde vrolijk dat lichting oktober 66 uitgeloot was voor dienstplicht. Ouders opgelucht en ik heb er zelf nauwelijks bij stilgestaan want had me al voor een vervolgstudie ingeschreven. Wat ik hiermee wil zeggen is dat ik geen ervaring heb maar dat ik hun verbondenheid kan begrijpen.
Naarmate de ouderdom vordert is er duidelijk behoefte aan steun aan elkaar, hun verhaal kwijt kunnen en ervaringen kunnen delen. Ook voor de partners en kinderen is dit erg belangrijk krijg ik de indruk. En aangezien Defensie en Den Haag niet thuis geven, moet er lokaal wat geregeld worden. En dat is mogelijk als een paragraaf Veteranenbeleid komt. Puur een stukje kaderstelling waarin komt te staan wat we hiermee bedoelen, voor wie we dat bedoelen en wat we er mee willen bereiken.
Uiteraard gaat het de veteranen om een stuk financiele tegemoetkoming om allerhande kosten te dekken. Maar die kaderstelling moet wat mij betreft niet alleen gebruikt worden om geld los te kunnen peuteren. Het moet ook leiden tot structurele voorlichting op (basis)scholen, inzicht en bovenal een stuk respect voor het werk wat deze groep ooit heeft gedaan. Ik ga er van uit dat er een breed gedragen initiatiefvoorstel hiervoor van uit de raad komt.